dinsdag 25 augustus 2015

Geen druppel

Ik ben dol op de redeneertrant van Charlotte Mutsaers, wier Kersebloed en paardejam ik op de leestafel heb. Ze verbaast zich erover dat ze regelmatig moet snikken bij het lezen van een aangrijpende tekst, maar dat ze – hoewel reeds van kind af dol op schilderijen – nog nooit om enig schilderij ook maar één traan gelaten. “Geen druppel. Hoe kon dat?”
Waarna ze zoals zo vaak een zijpaadje betreedt: “Ik weet het, tranen staan niet bijzonder hoog aangeschreven, niet hoger dan laten we zeggen het kerstliedje of de lage dameshak. En wie ze laat vloeien doet een zwaktebod.” Van een dergelijke zin word ik helemaal vrolijk. “Toch komt een vrouw op lage hakken snel vooruit en klinken kerstliedjes engelachtig. En wat is er zo zwak aan een zwaktebod? Een sterktebod, dat is pas erg. Ga er maar vanuit: types die nooit huilen, daaraan zijn kunst en liefde niet welbesteed. Maar dit terzijde.” Laat maar schuiven, die Mutsaers.