Een van de bewoners van onze cour is een prachtige jonge merel die voor de duvel niet bang is. Gisteren liep hij, terwijl ik mijn fiets aan het pakken was, gewoon naar me toe de garage in om me daar op zijn gemakje te bestuderen. Toen ik daarstraks thuis kwam zat hij op het balkonnetje onder ons terras van zijn oren te maken. Ons Stefke zat met zijn kop over de rand van het terras gebiologeerd naar hem te kijken, maar de vogel trok zich daar niéts van aan. Sterker: toen ik binnen was en mijn werkkamer betrad hoorde ik hem nóg. Hij zat er nog steeds. Het leek wel of hij Stef, die - misschien weet die merel dat ondertussen wel - nooit van het terras af gaat, uit zat te dagen. Ons rosse vriendje keek me, met de vrolijk voort kwinkelerende gevederde vriend pal onder hem, aan alsof hij wilde zeggen: "Vind je ook niet dat hij wel érg vrijpostig is?"