Terwijl ik mij met gesloten ogen voor de poëziekast
bevond plukte mijn linkerhand volkomen willekeurig Zeegezang inclusief Gesternten van Frederik de
Zeeman van Jacques Hamelink te voorschijn. Uit die in 1997 bij
Querido verschenen bundel het, eveneens lukraak opengebladerde, gedicht Ambergrijs (bladzijde
52):
Zeemoe is de roerganger
gestadig het begin van godinsturend zo moe de zee
een gestremde meerminnemelk
ambergrijs tot aan de einden
der aarde en tot voor de voetenvan het meisje van Rurutu wil
het hoofd van die roerganger rollen.