zaterdag 14 mei 2016

Uit de kast (XLVII): Lucebert

Van de afgrond en de luchtmens van good old Lucebert (A.A.M. Stols, ’s-Gravenhage, 1955) is de bundel die ik ditmaal met mijn ogen dicht uit de kast trok, en willekeurig open bladerde op pagina 38 waarop het einde:

oud de tijd en vele vogels sneeuwen
in de leegte in de verte
wordt men moe en de stemmen
staan stijf om zelfs de zuiverste lippen

ruw en laag wandelt de regen
waarheen zijn de lichte dagen gegaan
waar zijn de wolken gebleven
alles is stom en van steen

alleen die in zijn engte de elementen telde
buigend bevend als geselslagen
geeft het laatste geluid: het lied
heeft het eeuwige leven