Karel van het Reve bekeek de zaken vaak
vanuit een aardige invalshoek: ‘Alle menselijke arbeid is een mengsel van
eentonigheid en afwisseling. Wij zien in een trambestuurder een arme loonslaaf
die dag in dag uit zijn tram over dezelfde rails laat rijden. En een piloot op
de lijn Amsterdam-Moskou-Tokio zien we als een avonturier, een soort zeeheld,
een ontdekkingsreiziger. Maar waarschijnlijk lijken de vluchten van de piloot
meer op elkaar dan de ritten van de trambestuurder.’