zondag 28 november 2021

Schobbejak


Behalve bolsjewiek noemde mijn opa zaliger me toen ik nog een jongeman met lange manen was ook regelmatig gekscherend schobbejak. Even opgezocht: de eerste betekenis in de Van Dale is ‘schoft, schurk, schavuit, schooier’ (ik zou hiervan altijd ‘schavuit, schoft, schooier, schurk’ gemaakt hebben: alfabetisch dus) maar de tweede ‘(gunstig) (min of meer liefkozend) guit, schelm, bengel’ (‘bengel, guit, schelm’ dus). Mij definieerde hij in die tweede betekenis. En dan is een schobbejak natuurlijk ook nog een korte werkkiel van grof linnen….