Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Waar hij geweest is van Wim van Til (Uitgeverij Opwenteling, Eindhoven, 1986), waarin op bladzijde 20 staat:
Waar hij is, waar hij was,
waar hij had kunnen zijn. Zijn moeder
had van hem altijd het hoogst
bereikbare verwacht. Nu stapt hij uit,
een verlaten station. Een weg door de velden.
Hij stiefelt gehaast langs het kerkhof.
Hij graaft zich in
achter zijn hordeur, achter zijn venster.
Zijn kijk op de wereld. Zo
houdt hij vol dat er nooit
iets verandert.
Hij zal zien wat hij wil zien,
de rest zal hij vergeten.