zondag 7 juli 2024

Ongeziene verdwijning


O wat heeft Geertje er een hekel aan wanneer ik (zo af en toe) mijn baard laat staan. “Wanneer gaat hij er nu eindelijk weer af?” hoor ik dan slag om slinger, terwijl ze me dan ook soms nog Paulus noemt, omdat ze vindt dat ik met baard op Paulus de Boskabouter lijk. Het merkwaardige is nu, en dat zeg ik haar dan ook steeds, dat ik iedere keer wéét (= zéker weet) dat het haar niet op zal vallen wanneer ik me weer geschoren heb. Ook nu was dat weer zo. Ik had me ’s morgens geschoren, en wanneer zag mijn liefhebbende en teerbeminde levensgezellin dat? Toen we al  weer bijna gingen slapen….