Nóg een Den
Uyltje. De auteur meende ‘in zekere mate de gave der helderziendheid te
bezitten’: ‘Heb ik niet eens, door een onbestemd voorgevoel gewaarschuwd,
geweigerd in een op vertrekken staande trein te stappen? Een trein die
overigens veilig zijn bestemming bereikte, maar dat zegt niets; als ik was
ingestapt had zich zeker een ramp voorgedaan. Vele mensen danken aan mij hun
leven zonder het te beseffen.’