Kwam een aantekening
tegen die ik eens maakte toen ik naar het radioprogramma Jongens en wetenschap zat
te luisteren. Daarin hoorde ik iemand overtuigend argumenteren dat je ‘Caesar’ moet uitspreken als ‘kaisar’ en niet als ‘seezar’
(dat onze generaties hebben geleerd onder invloed van het kerklatijn en het
Frans, dat ‘seezaar’ zegt). Hij overtuigde me met een onomatopee: “Ooit soesoe, soesoe gehoord van
een koekoek? Die vogel heet in het Latijn cuculus. En die zegt koekoe en geen soesoe. Ergo: het was kaisar en geen seezar.”