Pointe
tête homme acier zingué is Frans voor Spijker met verloren kop gegalvaniseerd.
Het is maar dat u het weet voor het geval u die eens ergens in Franstalige
gewesten moest willen kopen.
Het blijft verbijsterend hoe
hardnekkig veel mensen zich met de auto laten vergroeien. Dat je zo’n machine
nodig hebt als je op het platteland woont wil ik geloven, maar in de stád?
Aanschouwde vanmorgen vanaf ons terras weer eens hoeveel wagens het centrum in
komen. Waarbij het me opnieuw trof dat in quasi ál die voertuigen één mens zat.
Tjongejonge. Hoe sneu….
Ik ben opgegroeid in de schaduw van de Gevangenpoort, en kan
me amper voorstellen wat het zou betekend hebben om groot te worden tussen
nieuwbouw. Wel weet ik zeker dat je karakter mee bepaald wordt door de omgeving
waarin je het leven leert kennen.
In de Zoo móest ik altijd even langs de babiroessa. We hadden
een speciale band. Ik weet zeker dat ze me herkende. Ze woont voortaan in de
Zoo-dependance Planckendael, en daar kom ik niet zo vaak…. http://fleursdumal.nl/mag/bert-bevers-alleen-op-sulawesi
De Hamburgse dichter en theoloog
Johann Rist stichtte in 1663 in zijn woonplaats de Erbauliche Monaths Unterredungen, het allereerste magazine in de
geschiedenis. Tot zover dit Gemengd Bericht.
Amuseer me zeer met de Dialectatlas van het Nederlands. Steek
er ook veel uit op. Dat in het Nederlands (maar ook in onder meer het Duits en
het Engels) een bijvoeglijk naamwoord voor een zelfstandig naamwoord komt wist
ik natuurlijk. Maar niet dat onder de taal- en de rijksgrens in een vrij groot
gebied (tot aan Boulogne-sur-Mer en Charleville-Mézières) Germaanse invloed op
die woordvolgorde bestaat: daar spreekt men voor fijn zand en nieuwe wijn
(in het Frans respectievelijk du sable
fin en du vin nouveau) van du fin sable en du nouveau vin. Net als bij ons dus het adjectief vóór het
substantief.
Op zoek naar iets anders bladerend
in de Dikke Van Dale leer ik dat priemelnaakt
geheel naakt betekent. Ik dacht dat het piemelnaakt
moest zijn maar neen: ook het woordenboek heeft gelijk. Wanneer je geen kleren
draagt ben je zowel piemel- als priemelnaakt….
Nog steeds ben ik benieuwd als ik met de ogen toe voor de
poëziecollectie ga staan om daar voor deze rubriek op goed geluk een bundel uit
te pakken, en daaruit zonder te kijken een bladzijde uit op te slaan. Ditmaal
tref ik Bewogen tekeningen van
bladzijde 28 in Lumen van Hans
Mellendijk (Lightning Source, 2016):
Toen het Verenigd Koninkrijk lid
werd van wat destijds nog de EEG heette wist ieder weldenkend mens dat daar vodden
van gingen komen. Hun bijdrage aan de EU was dan ook zelden katholiek. In Yes, Minister! was minister Paul Hacker
zo naïef
nobel om te denken dat ze lid waren gewordenTo strengthen the brotherhood of free
Western nations. Zijn adviseur Humphrey Appleby was eerlijk: We went in to screw the French by splitting
them up from the Germans. Van dat gekonkel
zijn we in maart gelukkig af. Over het Kanaal weten ze door de dreigende
fall-out van het Brexit-referendum absoluut niet meer van welk hout pijlen te
maken. Van schadenfreude mag natuurlijk geen sprake zijn. Hèhèhè…. https://www.youtube.com/watch?v=rvYuoWyk8iU
De Spreuerhofstraße in Reutlingen is
op een bepaald punt slechts 31 centimeter breed en daarmee de smalste straat
ter wereld, die engste Straße der Welt.
Een echte gelijkenis is er niet
maar ik had bij het aanschouwen van deze verrimpelde aardappelen direct een
associatie met de verzameling hoofdjes die de Arumbaya-koppensnellers er in het
Kuifje-avontuur Het gebroken oor op
na houden.
Moet weer grinniken
om een van de spitsvondige teksten van mijn oude vriend Frans Mink (1950-2013).
De bloemlezing (waarin ook Een veelvoudige
keuze:) waarvoor ik uit zijn werk een keuze mocht maken voor Uitgeverij
Kleinood & Grootzeer is nog immer verkrijgbaar:
Vlak na de Mauerfall vertelde George Bush Sr. aan Helmut Kohl over de
bedenkingen van Margaret Thatcher tegen de Duitse macht en de Europese
integratie. Het een (de integratie) zou het ander (de Duitse macht) versterken.
Kohl: “Mevrouw Thatcher gelooft dat Londen de leiding van Europa heeft. Tegen
deze opvatting heb ik niets in te brengen, maar zij is wel bezijden de
waarheid.”
Zag voor de zoveelste (ben de tel
kwijt) keer Jaws van Steven
Spielberg, toch wel een van de best gemaakte spannende films ooit. Toch viel me
nu pas een regiefoutje op: Robert Shaw heeft wanneer hij zich op de Orca voor
het eerst aan zijn hengel zet geen sokken aan. De scène is beslist in minstens
twee sessies gedraaid want even later heeft hij bruine gebreide sokken aan.
Het is wel altijd even wennen
wanneer je per trein de grens passeert. Toen België als eerste land op het
continent spoorwegen aanlegde werd gekeken naar het enige bekende voorbeeld,
Engeland. Net als aan de overkant van het kanaal wordt er hier daarom sindsdien
links gereden. Zodra je Nederland of Duitsland binnenrijdt heb je dan ook het
gevoel aan de verkeerde kant te rijden vermits treinen daar réchts rijden.
We reisden
voor het eerst over de nieuwe treinverbinding naar Nederland. Voortaan kun je
van Antwerpen ook over Breda naar het noorden. Het nieuwe grensstation is
Noorderkempen. Daarmee komt het aantal grensstations in dit land na Essen (naar
Roosendaal), Moeskroen (naar Tourcoing), Aarlen (naar Luxemburg), Hergenrath (naar
Aken), Visé (naar Eijsden) en Gouvy (naar Luxemburg) op 7.
Deze Top 20 (eigenlijk 21 vanwege 2 Coens) overschouwend: die wordt vooral bevolkt door cineasten uit de Oude
Wereld, waartoe ik ook India reken. Een kwart ervan is Italiaan. Anderson, Burton, Ethan Coen, Joel Coen, Shyamalan, Tornatore en Tykwer zijn jonger dan ik.
Even op een rijtje wie ik op dit
ogenblik de twintig beste filmregisseurs aller tijden vind: Wesley Anderson, Bernardo
Bertolucci, Tim Burton, The Coen Brothers, Federico Fellini, Alfred Hitchcock, Jean-Pierre Jeunet,
Krzysztof Kieślowski, David Lean, David Lynch, Georges Méliès, Edgar
Reitz, Ettore Scola, M. Night Shyamalan, Giuseppe Tornatore, Tom Tykwer, Jean
Vigo, Luchino Visconti, Peter Weir en Wim Wenders.
Normaliter
zijn boodschappenlijstjes maar aan één kant beschreven. Nu trof ik er echter
twee met een heus drama op de achterkant: Mama, Het spijt me dat ik de
schildpaddenbak heb gebroken. Hopelijk geraak ik de hond niet kwijt. Ik hou van
je. XXX Cato PS Weet niet wnnr ik terug ben. Benieuwd of Cato
ondertussen terug thuis is….
Trof in een nummer van De Waterschans (het tijdschrift van de
Geschiedkundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom) dat ik destijds
gemist heb voor het eerst deze foto van een aantal oud-leraren, paters SCJ. Van links naar
rechts Frans Borrenbergs (1911-1973, van 1965 tot zijn dood rector van het Rooms-Katholiek
Gymnasium Juvenaat Heilig Hart), Wim Porre (1921-2011, daar destijds conrector),
Dré Vogelers (1922-2008), Jan van Vugt (1926-2001) en Jo Meester (1924-2014).
Natuurlijk komt het omdat ze toentertijd in mijn knapenogen priesters op
leeftijd waren, en omdat ik nu ouder ben dan zij toen in 1960 waren maar wat
zíjn het hier een jonge paters. En wat hebben ze een schik!
In het Beierse Freising staat de
oudste brouwerij ter wereld. Reeds sedert 1040 maken ze daar Weihenstephaner.
Nog 22 jaar en dan kunnen ze daar zeggen dat ze er reeds een millénnium bier
vervaardigen!
Liep (waarom bepaalde deuntjes
ineens weer als oorwurm opduiken weet ik niet, hoorde ik het en passant ergens
uit een radio?) Die laaielichter van
Gerard Cox weer eens te neuriën. Charmante melodie (een bewerking van Snowbird) maar vooral een lekkere
tekst. En pas nu realiseerde ik me hoe Cox laaielichter
leuk omdraait als hij even later zingt dat hij nog steeds voor haar in lichterlaaie staat.
In de Kruidtuin is ook de
schijnbeuk, de Nothofagus Antarctica,
het slachtoffer van de droogte geworden. De onderste bladeren zijn dood, de
bovenste nog groen. De nabije cacteeën daarentegen lijken het heerlijk te
vinden als er maandenlang geen regen van betekenis valt.
Hé, wat geinig: het betreft
natuurlijk slechts een momentopname maar ik zie op Versindaba dat mijn Dagboeknotities van een eerstgeborene
bóvenaan staan in het overzichtje Meeste
gelees….
In het
diepe, diepe zuiden (waar het wel even laat is als bij ons) werd vandaag in
Stellenbosch mijn cyclus Dagboeknotities
van een eerstgeborene gepubliceerd op Versindaba.
De nabije cultuurdragers hic et
nunc: Ik bestaat uit twee letters
van A.H.J. Dautzenberg, Week-end à
Zuydcoote van Henri Verneuil, Verzamelde
gedichten 1954-1974 van Werner Spillemaeckers pp zaliger en The Hurting
van Tears For Fears.
Toen we hier kwamen wonen was het
daar nog een amorf stukje Antwerpen, maar het Kievitplein heeft beslist een
ferme uitstraling. Ik vind de combinatie van die bomen in cortenstaal en die
strakke nieuwbouw eromheen zeer geslaagd.
Een milieubewust iemand heeft veel
moeite moeten doen om dit standbeeld in het Stadspark van een mondkapje te
voorzien. Daar moet op zijn minst een huishoudtrapje aan te pas zijn gekomen….
Bezig in Taaltoerisme – Feiten en verhalen
over 53 Europese talen van Gaston Dorren. Verrukkelijk leerzaam boek.
Het gebied waar Catalaans wordt gesproken valt niet samen met Catalonië (zelfs
in het Sardijnse Alghero wordt al ruim zes eeuwen Catalaans gesproken) en het
gebied waar Duits wordt gesproken valt niet samen met Duitsland. Maar
uitzonderingen bevestigen de regel: het IJslandse taalgebied en IJsland vallen
nauwkeurig samen….
Toch knap dat een kraanvogel haar jong als zodanig herkent.
Het lijkt als het nog maar pas kan lopen in mensenogen immers op een gans ander
soort vogel. Maar de kraanvogel, de grus
grus, laat zich niet van de wijs brengen en wacht geduldig totdat
junior zich een volwassener kleed aanmeet.
Kwam mijn gedicht Première
weer eens tegen, geschreven bij de eerste opvoering van Richard Strauß’ Salome. Er zat toen een merkwaardige
gast in de zaal:
Ufurassus, de vertaling
naar het Gotisch die Hropiland Bairhteins, Tom De Herdt en J.G. Quak maakten
van mijn gedicht Overvloed, is in
die verdwenen taal nu – in een opname van Eric Kingsepp – ook te hóren:
En ik maar schudden! Ik dacht écht dat er nog sojascheuten / germes de soja / Sojasprossen in het zakje
zaten. Complimenten voor de ontwerper van de verpakking!
camoufleren (overg.; camoufleerde, h. gecamoufleerd) [Fr. camoufler, It. camuffare], onzichtbaar of
althans onopvallend maken, syn. wegmoffelen. Aan deze omschrijving uit de Van
Dale moet ik altijd denken als ik in de Zoo in het aquarium naar de tarbotten
sta te kijken. De scophtalmus
maximus is niet alleen bijzonder lekker, maar in leven ook een
heuse camouflagekampioen! Soms kan ik het niet nalaten mensen die in de bak
staan te turen op de tarbotten te attenderen. In negen van de tien gevallen
hebben ze niet gezien dat daar vissen liggen. Ze zijn dan ook net zand....
In het tweede nummer van het
literaire magazine G., de opvolger van Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift,
dat vandaag ten doop werd gehouden verscheen mijn gedicht Mijn broertje vliegt. Dat schreef ik op verzoek van gastredacteuren
Jacoline Vlaander en Peter Vullers die voor deze uitgave het portfolio Golflengte van het geheugen
samenstelden. Mijn broertje vliegt
ontstond bij het hierbij afgebeelde schilderij van mijn broer Peter.