Eens in de maand ga ik voor deze
rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige
bundel uit te nemen. Deze keer is dat Anaconda
van Frank Pollet (Het Vel van de Beer, Torhout, 1992), waaruit ik op
bladzijde 28 (uit een aan schilder Bram Doorgeest gewijde cyclus) het gedicht ’s
Morgens vroeg opensloeg:
Hij
strooide huizen in het landschap
Rond
en kortte schaduw af: het leek
Toch
slechts of uit de grond een hap
Genomen
was waar ieder schaap voor week.
Hoewel
de herder ook een vlek zwart
Naast
zijn schapen is, verdragen zij dat
Hij
van hen zijn kleding maakt, ontwart
Wat
was verward en zijn vertakte blik wat
Minder
lang op hen richt. ’s Morgens vroeg