Ben weer eens bezig in Madrigalen van de zomer van Gabriele
D’Annunzio, waarbij ik nu pas de toelichting van vertaler Frans van Dooren (wat
wás dat toch een aimabele man, blij dat ik die eens heb mogen ontmoeten)
terdege lees. Daarin stelt hij iets bijzonders: een Tsjechisch onderzoek heeft
uitgewezen dat D’Annunzio’s vocabulaire tot de rijkste van de wereldliteratuur
behoort. In ’s mans Opera omnia
komen niet minder dan….40.000 verschillende woorden voor. Ter vergelijking: bij
Shakespeare zijn dat er 24.000, bij Goethe zelfs ‘slechts’ 20.000!