Mijn oog valt op een vraaggesprek met
iemand die in Huizen woont. Hetgeen me een fraaie caféscène in herinnering
roept. Goede vriend Kees was in gesprek met een leuk meisje, dat opsomde waar
ze zoal domicilie had gehad. Na een slokje zei ze: “En o ja, ik heb ook nog een paar jaar in Huizen
gewoond.” Waarop Kees onmíddellijk, uiterst gevat, repliceerde: “O, maar da’s
nog niks, ik woon al mijn hele léven in huizen!”