Met
gesloten ogen voor de poëziekast. Welke bundel zal ik er nu weer uit halen? En
welk gedicht zal ik nu zonder te kijken te voorschijn bladeren? Het wordt Fuga magister van Werner Spillemaeckers
(Yang, 1970) waarvan ik bladzijde 32 opsloeg, met daarop Fabel:
zeg
het mij voor
ik
mag het spreken niet verlerenzwijgend klinkt uw oorbel
in
dit kader zijt gij heengegaan
geleden
duizend dagenvlug vijlsel van zon in uw gebaar
duid het mij ten kwade
wijs het mij na