maandag 22 december 2014

Uit de kast (XXX): Hedwig Speliers

Terwijl ik mij met gesloten ogen voor de poëziekast bevond plukte mijn linkerhand volkomen willekeurig Fortuna’s lieveling, een kloeke bloemlezing van de door mij bijzonder gewaardeerde Hedwig Speliers, te voorschijn. Uit die in 2011 bij Het Poëziecentrum in Gent verschenen bundel het, eveneens lukraak opengebladerde, gedicht Middag (bladzijde 275):

Languit op het water
dat moeder wordt
spreidt men de prauwen,
volgt men zijn schaduw.

Achter hun tanden
roepen de vissen
naar het licht
dat in de dag staat.

Met kreten keert men terug,
met woorden worden touwen gevormd,
in beddingen
legt men heesters te baden.