In uiterste staat
van Frederik Lucien De Laere (Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen, 2016) is de bundel
die ik ditmaal met mijn ogen dicht uit de kast trok, en willekeurig open
bladerde op pagina 39 waarop Thuis,
naast de sporen:
We hebben een hebben en houden
op de lijn en houden ons overeind
naast de sporen, het komen en gaan
van reizigers gaat aan ons voorbij.
Wanneer zal keren het tij, het ontij
dat ons in de greep houdt
en de plek heeft uitgezocht
waar wij ons nu bevinden?
Wij hebben de trein gemist
maar winden ons niet op.
We blijven recht
bij het razen.