donderdag 2 april 2020

Uit de kast (XCV): Habakuk II de Balker


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat De gloeilampen / De varkens van Habakuk II de Balker (Uitgeverij Harmonie, Amsterdam, 1972), waaruit ik op bladzijde 18 het gedicht De traan opensloeg:

In de schaduw van t oog
(in de schaduw in de schaduw)
brandt de traan als een gloeilamp
brandt de traan en talmt daar; rust
voor hij de lange weg afrolt
lang voor een druppel zout water
omlaag langs het vlees naar de aarde.