Bladerend in het Eerste Jaarboek Feyenoord,
uit november 1969, valt me op hoezeer de voetbalverslaggeving veranderd is.
Toentertijd was het taalgebruik toch veel bloemrijker. Neem: “De thuisclub was
aangetast door de felle begeerte de tegenstander te kloppen.” Of: “Opgejut door
enorme bijvalsbetuigingen die naar het dolzinnige zweemden, joegen de gastheren
vanaf het begin als briesende leeuwen door de vijandelijke linies om direct de
doelman van de tegenstander aan de tand te voelen.” Of: “Na de hervatting
voorzag Feyenoord de voorsprong onmiddellijk van een bellefleurige lach, want
in de 3de minuut verlakte Moulijn wiskunstig Van Essen en André, om diagonaal
voor het doel een hard en hoog schot af te vuren, waaruit de bal als een
meteoor in de houten schuur stoof (3-0).” In welke sportkrant lees je nog
dergelijk héérlijk proza?