Eens in de maand ga ik voor deze
rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige
bundel uit te nemen. Deze keer is dat Achttien gedichten van Kees
Wagtmans (Cantonese Boy Press, 1983), waaruit ik bladzijde 24 met daarop winterstil
opensloeg:
de laatste vogels
vluchten
naar een onderkomen
de lucht
is
leeg
daaronder schuilen wij