Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Cadenas van Willy Roggeman (Het Balanseer, Gent, 2008), waaruit ik bladzijde 29 opensloeg:
‘Morgen’ is voor jou een stuk meccano,
je hoofd houdt schroefdraaiers en tangen steeds
paraat. Montage van wereld metaal-
schimmen. Meteen weegt het heden je zwaar,
met elke danspas rammelt het getuig.
Ik zoek vergeefs de draai in je heupen
om de zwieptol in je huid te pinnen,
de bikkels in je schaamhaar te graaien.
Zing ik ‘van de afgrond en de luchtmens’
komen alle meccano’s in opstand.
