In Babylon werden afgodsbeelden
vereerd: ‘Hun gezicht ziet zwart van de rook in de tempel. Rondom hun lichaam
en hoofd fladderen vleermuizen, zwaluwen en andere vogels; zelfs katten gaan
erop zitten. Zo weet u dat het geen goden zijn: wees dus niet bang van hen.’ Een
citaat uit Baruch 6:20-22. Baruch is een apocrief boek. Wat de
hierin figurerende katten betreft: in de hele Bijbel komt niet één kat voor. Dieren
allerhande, maar géén kat. Behoorlijk vreemd eigenlijk vermits het ook in die
dagen reeds een veel voorkomend dier was, en in grote delen van de Oude Wereld
zelfs een héilig. Overigens is het dier dat het vaakst in de Bijbel voorkomt
het schaap, dat er niet minder dan 275 maal zijn opwachting in maakt. Tot zover
dit Gemengd Bericht.
