Kwam in een schuif een foldertje
tegen uit de tijd dat de komst van euro in geuren en kleuren werd toegelicht.
Een van de onderwerpen daarin was de verwachte verschuiving in de herkomst van
het geld. Bij de introductie van onze eenheidsmunt had ieder euroland immers
nog voor quasi 100% de ‘eigen’ euro. De voorspelling was dat na verloop van
tijd, als de roulatie serieus op gang was gekomen, het gros van het geld uit
andere eurolanden zou komen. Een willekeurige stand van zaken: het kleingeld
dat ik uit mijn portemonnee schudde bestaat uit 4 euromunten (2 Spaans, 1
Duits, 1 Frans), 3 stukken van 50 cent (2 Frans, 1 Duits), 2 stukken van 20
cent (1 Frans, 1 Luxemburgs), 1 stuk van 10 cent (Belgisch), 1 van 5 cent
(Belgisch) en twee centen (1 Ierse, 1 Nederlandse). Maakt € 6,27 aan pasmunt.
Albert II, Juan Carlos en Beatrix zitten niet meer op de troon. Groothertog
Hendrik nog wel. Van Filip en Willem-Alexander nog geen spoor.