woensdag 2 mei 2018

Uit de kast (LXXI): Jan Engelman


Toen ik deze keer met de ogen toe een bundel uit de poëziekast plukte en daaruit een willekeurige bladzijde opensloeg zag ik (uit Jan Engelmans Sine Nomine, De Gemeenschap, Utrecht, 1930) tot mijn vreugde een van mijn lievelingsgedichten, Vera Janacopoulos – Cantilene:

Ambrosia,  wat vloeit mij aan?
uw schedelveld is koeler maan
en alle appels blozen

de klankgazelle die ik vond
hoe zoete zoele kindermond
van zeeschuim en van rozen

o muze in het morgenlicht
o minnares en slank gedicht
er is een god verscholen

violen vlagen op het mos
elysium, de vlinders los
en duizendjarig dolen