zaterdag 2 maart 2019

Uit de kast (LXXXII): Reine De Pelseneer


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Omzicht van Reine De Pelseneer (Uitgeverij P, Leuven, 2007), waaruit ik op bladzijde 29 het gedicht Sprank opensloeg:

Het is de langste dag van het jaar:
vliegenvangers, lege glazen
glimmend wit. Jasmijn bedwelmt
en in de luwe lucht neem jij

de stilte waar. Haast onbewogen
trek ik traag mijn schoenen uit
een dunne bloes warrelt
als bloesem op het gras. Plotsklaps

verschuift jouw blik, je oog zoekt
naar mijn oog en mijn lichaam
is mijn lichaam niet.