vrijdag 3 juli 2020

Uit de kast (XCVIII): Wilfried Adams


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Uw Afwezigheid van Wilfried Adams (Uitgeverij Hadewijch, Schoten, 1986), waaruit ik op bladzijde 39 het gedicht Danser opensloeg:

De danser weigert het falen:
hij danst, hoe slank om niet.
Van heelal en verdriet limiet
zal geen zijn grens bepalen.

De doden, schaamteloos, dalen
in zich: ze kringen vergeefs.
Alleen wie zichzelf streng overtreedt
verheldert de metalen.

De dansen, hoofser dan falen,
deinst niet, hoe dun ook het koord:
het aan ijl vuur ontsproken woord,
puur zal het adem halen.