Al sedert
de middeleeuwen spelen kinderen, al is het speelgoed tegenwoordig een stuk
minder in beeld, met een tol. Zo’n paddenstoelvormige met een korte pin die je
laat draaien door er met een touwtje tegen te slaan. Ik noemde dat gewoon een
tol, of een haktol. Uit Lannoo’s Atlas van het dialect in Vlaanderen steek ik
nu op dat er alleen in de Vlaamse dialecten al meer dan 120 dialectwoorden voor
bestaan. Welk een enorme variatie! Van veel ervan had ik echt nog nimmer gehoord. Wat te denken van djakke, geseltop,
ijspiet, kapnon of popperel?