Eerst
dacht ik ‘Wat een raar rijtje’ toen ik in Afscheid van de handkus van
mijn initialengenoot Benno Barnard op bladzijde 80 las ‘Om een of andere reden
liggen er overal botten en schedels, das, ooi, vos, een kraaienschedel met de
snavel nog intact; [….]’. Daarop moest ik even kauwen. Waarom alléén van het
schaap het geslacht benoemd? Na enig peinzen realiseerde deze stadsjongen zich
natuurlijk dat je aan een dassen- of vossenschedel niet kunt zien of het om respectievelijk
een zeug of beer of moer of rekel gaat, maar dat je aan een schapenschedel wél de kunne af kunt zien vermits
een ram hoorns heeft. Toch geen raar rijtje dus….