zaterdag 6 januari 2024

Wonderbaarlijke gedaanteverwisseling


Ik was even bezig met de geschiedenis van de ajuin/ui, en ontdekte dat daarvan in de Bijbel slechts één keer sprake is. In Numeri 11:5 zeuren de joden tegen Mozes dat hun eten zo weinig gevarieerd is. In de Statenbijbel luidt het: ‘Wij gedenken aan de vissen, die wij in Egypte om niet aten; aan de komkommers, en aan de pompoenen, en aan het look, en aan de ajuinen, en aan het knoflook.’ In de Willibrordvertaling staat: ‘Wij hebben heimwee naar de vis die wij in Egypte voor niets te eten kregen, naar de komkommers en de meloenen, naar de prei, de uien en het knoflook.’ Ik citeer beide versies niet omdat in de ene sprake is van ajuinen en in de andere van uien – die woorden geven immers dezelfde groente aan – maar omdat het me opviel dat de pompoenen uit de Statenbijbel in de Willibrordvertaling plotsklaps meloenen zijn. En dat zijn toch echt verschíllende gewassen! Mij kan dat weinig schelen, maar ik sluit niet uit dat er scherpslijpers bestaan voor wie zoiets reden zou zijn om over te gaan tot de oprichting van een nieuwe sekte. De Kerk van de Onveranderlijke Pompoen of iets dergelijks. Dat de pompoen van oorsprong Amerikaans is en pas in de zestiende eeuw naar de Oude Wereld kwam hoeft voor zulke lieden vanzelfsprekend geen beletsel te wezen.