Eigenaardig
hoe aanhalingstekens en het gebruik ervan in verschillende talen afwijken. In
het Nederlands openen we met “ en sluiten we met ”. In het Duits beginnen ze
laag met „ en eindigen ze met “. In beide
gevallen tegen de tekst aan. In de Romaanse talen (maar ook in het Noors en het
Russisch) is de guillemet (het zogenaamde ganzenvoetje)
gebruikelijk: « aan het begin en » aan het einde van een
citaat of mededeling, met respectievelijk een spatie na en voor het teken.
Soms gebruikt het Duits ook guillemets maar daar begint men dan met »om te eindigen
met«. Die guillemets staan direct tegen de tekst aan. Het is maar dat u het
weet….