Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Ze kwamen van Armando (Uitgeverij Augustus, Amsterdam/Antwerpen, 2011), waaruit ik bladzijde 145 Gezien opensloeg:
Aan de voorkant vreemdelingen gezien,
de achterhoede van vroeger,
beneden het ordeloze kloppen gehoord.
De rivieren buitenom gezien,
het stenigen van de bodem,
de daling van het water en de
gehoorzaamheid der grotten.
Het gedrag en de verwondering gezien,
de ademloze terugtocht.