Bladerend in de Tour de France-gids
valt me een eigenaardigheid, die niets met wielrennen te maken heeft, op: van
de 228 coureurs die voor deelname aan deze editie van la Grande Boucle werden
ingeschreven dragen er maar liefst viér de voornaam Jonas. Dat vind ik veel. Ik
ken niet één Jonas. De ouders van Abrahamsen, Rickaert, Rutsch en Vingegaard
doopten hun later wielrennende zonen onafhankelijk van elkaar Jonas. Er zijn
ook (De Buyst, Philipsen en Stuyven) drie Jaspers. Niet één deelnemer draagt de
eenvoudige doch sterke naam Jan. Met mijn voornaamgenoot Van Lerberghe rijdt er
wel een Bert mee.