Merkwaardig eigenlijk: waar in de kinderboeken die ik las arena’s,
kastelen, prairies en sprookjeswouden me als volkomen normale locaties voorkwamen
ben ik nooit vertrouwd geworden met de ‘vaderlandse’ omgevingen van de brave Ot
en Sien of met die van Dik Trom. Die speelden tussen en met biggetjes,
lammetjes en veulens in sappige weilanden en vingen kikkers en stekelbaarsjes
in sloten. Zo’n omgeving was mij vreemd. Ik groeide in het vaderland op tussen
oude en jonge stenen en tussen weinig en allengs meer automobielen, en was dus al
vroeg stadsjongen. Die er geen idee van had wat er zoal in een sloot leefde, en
al helemaal niet waar hij een sloot moest vínden….