Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de
ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te
nemen. Deze keer is dat Afthenkt van
Wouter Kotte (Uitgeverij Manteau, Brussel/Den Haag, 1967), waaruit ik op
bladzijde 27 het gedicht Omschrijving opensloeg:
Oud ijzer met goud
galonneren
is niet de taak
van dichters.
Zij heiligen niet
de schijn. Zij spreken
menselijke
hoogmoed tegen
want zij weten het
eigen lijf verwant
aan duisternis in
gesloten tempels.
Niet de edele metalen
bezingen zij
maar de regen
boven herbergen.
Hoor de drums en
de lokvogels:
vissen komen uit
zee
doden gaan op
oorlogspad
alles is mogelijk.