Formidabel fraai vind ik
het affiche dat Jozef Winters in 1936 ontwierp om de toeristische aandacht op
Antwerpen te vestigen. Wat een krachtig ontwerp!
Toen ik de
plattegrond van Oostende onder ogen had viel het me op dat er daar een Sergeant
De Bruynestraat is. Net als hier in Antwerpen. Een paar klikjes op Google Earth
leerden me dat er ook een Sergeant De Bruynestraat is in Blankenberge. En in
Anderlecht. Nog voordat ik naar Wikipedia ging om wat meer te weten te komen
over deze onderofficier leerde ik al iets van de tweetalige straatnaambordjes in
Anderlecht. Sergent De Bruyne was mort en heros au Congo Belge pour
la civilisation en Sergeant De Bruyne als held in Belgisch Kongo
gestorven voor de beschaving. Het zijn recente straatnaambordjes die over
een vorige versie heen zijn aangebracht. Vermoedelijk zal het aspect van die
beschaving verwijderd moeten gaan worden in deze zogenaamde woke tijden.
Op Wikipedia heet het alleszins al dat Henri De Bruyne onder leiding van
Leopold II deelnam aan staatsmisdrijven tijdens de kolonisatie….
Op het wereldwijde web vond ik een charmant filmpje over de eerste
schooldag van een klas in 1961, weliswaar een jaar waarin ik al naar de tweede
ging maar waarin ik anno nu veel herken. Zuster Chrisostima ondernam misschien
ook al wel een poging, maar op de kleuterschool hóefde je nog niet te leren
schrijven. In de eerste klas echter bracht de brave juffrouw Van Boesschoten me
die kunst wel bij. Vermoedelijk heeft ook zij, net als de juffrouw in het
filmpje doet met die gehoorzame jongen, geprobeerd mij rechts te laten
schrijven maar ik kan me daarvan niets herinneren. Alleszins is het haar niet
gelukt….
Hoewel het nog volop zomer moet worden is de Aesculus het
omslagpunt naar het najaar al weer gepasseerd. Ook in de drie fraaie
paardenkastanjes bij ons op de cour wordt een hele nieuwe generatie bolsters
zichtbaar.
Wouter van Heiningen
houdt een interessante, en inmiddels welgevulde website bij over poëzie: Zichtbaar
alleen. Kwam daarop ook heel wat informatie over gedichten van mezelf tegen,
waaronder dat over de Dikke boom:
Steek al bladerend in Wie Wat Waar? Jaarboek 1954 (ooit
gekocht omdat het mijn geboortejaar is) allerhande aardige weetjes op. Wist u
bijvoorbeeld dat een vrouwtjesmier 6 tot 16 jaar kan worden, maar een mannetje
slechts enkele weken? Het lijstje Normale
levensduur van dieren bevat nog meer verrassingen. We weten
allemaal dat krokodillen, olifanten, papegaaien en schildpadden de mens met
gemak overleven, maar karpers? En wat te denken van oesters? Die worden 80 tot
100 jaar! Ook een riviermossel schijnt een eeuw oud te kunnen worden, net als
de raaf en de zwaan! Bij de levensduur van sommige bomen word je pas echt een
beetje stil: een eik haalt tussen de 1200 en 2000 jaar, en een plataan kan
zelfs 4000 worden....
Er zijn niet veel dingen
waarvan ik gulzig word maar de Original Ziegler Delicatesse Käsetaler,
kaaswafels, behoren daartoe. Ze maken die reeds sedert 1953. Welk een
smakelijke baksels zijn me dat! Ze zijn hostiedun maar toch zijn omschrijving
en merk in elk exemplaar, eh, ‘gestanst’. Hoe krijgen bakkers dat voor elkaar
zonder dat die lekkernijen breken? Eigenlijk zou ik eens naar de Kisgömb utca
26 in Boedapest moeten tijgen om te kijken hoe ze die dingen maken.
Gelnhausen in
Hessen was vroeger het geografische middelpunt van de Europese Unie. Dat
veranderde toen Kroatië toetrad tot de unie. Toen was Westerngrund in Beieren
het. De situatie wijzigde weer, nu door het lang verhoopte vertrek van het
Verenigd Koninkrijk uit de EU. Door de Brexit vormt nu sinds 1 februari 2020
het dorp Gadheim in de Beierse gemeente Veitshöchheim het geografisch
middelpunt van de Europese Unie.
Mensen die zich afvragen hoeveel
veren vogels eigenlijk hebben kunnen iets leren van ornitholoog David Allen
Sibley, die van bijvoorbeeld de huismus durft te stellen dat die er in de zomer
om en nabij de 1800 heeft: 400 op de kop, 600 op de onderzijde van het lichaam,
300 aan de bovenzijde, 400 op de vleugels (200 op iedere), 100 op de poten en
12 in de staart. Grotere landvogels zoals kraaien hebben een paar veren meer
dan kleine vogels, maar meestal hebben ze alleen grotere veren. Watervogels
hebben, vooral op de delen die met water in contact komen, veel meer veren.
De redactie van de Nieuwe
Vlaamsche Illustratie meldde in haar editie van zondag 2 februari 1913
dat het grootste orgel ter wereld zich in de Sint Michaëlskerk in Hamburg
bevond. Het instrument oogt op de foto inderdaad imposant, maar de grootte
ervan wordt toch vooral duidelijk door de foto van een pijp eruit met het
bijschrift Men krijgt eenig idee van deze pijp, door den man, die er naast
staat.
Soms laat een titel het nodige te
raden over. Ornitholoog, auteur en illustrator David Allen Sibley echter
schreef en illustreerde een boek waarvan de titel niets aan duidelijkheid te
wensen overlaat: Hoe het is om een vogel te zijn – Van vliegen tot nestelen,
van eten tot zingen. Wat vogels doen – en waarom. Het is een waarlijk wonderschone
uitgave (van Luitingh-Sijthoff), boordevol interessante weetjes (U zult er
regelmatig tegen gaan komen op deze blog) aangaande onze gevlerkte vrienden en
rijkelijk voorzien van illustraties die de auteur zelf maakte. Er is veel
aandacht voor vogels van de Nieuwe Wereld, maar dat is niet zo vreemd vermits
Sibley in Massachusetts woont. Wat mij betreft alleszins een absolute aanrader.
Wie niet weet wat een
tikfout is zou bij het raadplegen van Wikipedia kunnen denken dat ze er in
Aylesbury erg bijtijds bij waren met het aanleggen van spoorwegen vermits het
station daar er al in 1006 zou zijn geweest….
Hoewel de reeks artistiek
gezien absoluut oninteressant werd op het moment dat Willy Vandersteen die zelf
niet meer tekende is Suske en Wiske al sedert jaren een van de
populairste stripseries. In Bibliotheek Permeke aan het De Coninckplein is
momenteel de tentoonstelling Suske en Wiske in ’t stad– De
Antwerpse avonturen te zien. Een van de blikvangers is een originele
bladzijde die Vandersteen zelve tekende voor het album Het eiland Amoras.
Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Een speen van mager vlees van Rien Timmers (Uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 1998), waaruit ik op bladzijde 26 volgend titelloos vers opensloeg:
onder een stemloze wolk één steen die in de hitte ten hemel trilt en één in de leegte vertraagde tijd
Toen er nog geen sprake
was van het huidige koningshuis had Nederland al een eerste koning, Lodewijk
Napoleon. Het land zag er toen anders uit. Van het Koningrijk [met g] Holland
maakte Limburg nog geen deel van uit maar Ost-Friesland inclusief Jeverland
wel. Er bevonden zich toentertijd dus ook meer Waddeneilanden binnen de
landsgrenzen.
En weer rondt de teller
van mijn binnenshuisfiets de kaap van de duizend kilometer. Tijdens de lockdown
en het verdere verloop van de pandemie ben ik met zicht op het achterterras
toch minstens wel naar Ventimiglia en terug gefietst….
Cees Maas verzamelde in Pluviertjes
en ik gedichten over Domburg. Van mij nam hij Domburg op. Ik verkeer in deftig literair gezelschap want het boek bevat verder werk van onder meer P.C. Boutens, Herman De Coninck, Emma
Crebolder, Manuel Kneepkens, Johanna Kruit, Jan J.B. Kuipers, Frans Mink, Y.
Né, J.C. van Schagen, Thom Schrijer, Wim van Til, André van der Veeke, Lou
Vleugelhof en Hans van de Waarsenburg.
Wat heb je toch een
aardige overeenkomsten in verschillende talen. Wanneer de zon schijnt én het
regent spreken we van kermis in de hel, of in Vlaanderen van kermis bij de
duveltjes. Een oudere uitdrukking ervoor is De duivel slaat zijn wijf.
Grappig dat de gevallen engel ook in een groot deel van ons continent in dit
verband acteert: wanneer de zon schijnt én het regent zeggen de Duitstaligen Der
Teufel schlägt seine Großmutter, de Engelstaligen The devil’s beating his
wife en de Franstaligen Le diable bat sa femme.
Kees Franken legde in
een reeks tekeningen trefzeker daklozen in Bergen op Zoom vast. Zijn portretten
inspireerden me tot Ook als niemand. Enkele tekeningen en het gedicht zijn
voortaan op Fleurs du mal te vinden:
De nabije cultuurdragers
zijn momenteel de ingebonden jaargang 1912 van de Nieuwe Vlaamsche
Illustratie, Moresnet – Opkomst en ondergang van een vergeten
buurlandje van Philip Dröge, de reeks His Dark Materials en de Misa
di dadi en de Missa Faysant regretz van Josquin Desprez in de
uitvoering van The Medieval Ensemble of London onder leiding van Peter Davies
en Timothy Davies.
Een aardig Gemengd
Bericht uit de Nieuwe Vlaamsche Illustratie jaargang 1912: een mooie
foto van een horde geduldige verzamelaars die zich op 12 december van dat jaar
tussen elf en een posteerden voor Postamt 12 (linksboven op de foto zichtbaar)
in Berlijn omdat alle briefkaarten die tussen die tijd bezorgd werden voorzien
zouden worden van een stempel met daarop niet minder dan víjf keer 12: voor de
dag, de maand, het jaar, het uur én het postkantoor!
Met het werk van George
Méliès, aan wie Martin Scorcese de wondermooie hommage Hugo opdroeg, was
ik vertrouwd maar met dat van zijn contemporaine collega-regisseurs Lucien
Nonguet en Ferdinand Zecca niet. Ontdekte hun La vie et la passion de
Jésus-Christ (met Engelse tussentitels) uit 1903. Hoewel ik het verloop van
het verhaal natuurlijk al lang kende keek ik de film geboeid uit. Hij lijkt wel
een bewegend stripverhaal. Wat een interessante aanpak, wat een charmante
effecten en welk een parmantig acteerwerk. Bedenk: dit werd 118 jaar geleden
gedraaid, hon-derd-en-ácht-tien jaar….
Natuurlijk moeten we,
zeker nu de EU de bovenste is, van de provincie als bestuurslaag af. Jammer
genoeg was het besluit om het Antwerpse provinciehuis te slopen en te vervangen
door een nieuw al genomen voor het nut van de provincies politiek op de agenda
kwam. De opdracht aan de architect was ook al de deur uit, dus we zitten met
een fonkelnieuw gebouw dat nu nog fungeert als beschutte werkplaats maar
waarvan we straks niet weten wat we ermee moeten. Ik heb overigens een
vreselijke hekel aan gebouwen met een dergelijke ‘knik’. Alsof er onverhoeds
een plooi in de bouwtekening was gekomen.
Wat me van dit overzicht
van doodsoorzaken eigenlijk het meest frappeert is het gegeven dat er
wereldwijd meer mensen aan hun einde komen door zélfmoord dan door moord.
Al dik anderhalf jaar is
Christine Lagarde nu president van de Europese Centrale Bank maar de
eurobiljetten zijn nog steeds in grote meerderheid voorzien van de handtekening
van haar voorganger Mario Draghi, ondertussen premier van Italië. Daar begint
verandering in te komen: toen ik daarstraks € 100 haalde kreeg ik vijf
biljetten: drie nog met de handtekening van Draghi, maar toch ook al twee met
die van Lagarde.
Ieder najaar maken we de
plantenbak aan de voorkant winterklaar, en ieder voorjaar verschijnt daarin
vanzélf weer de klaverzuring. Hoeven we niets voor te doen. Ze staat er weer
fantastisch bij. Het aantal lichtroze bloemetjes is quasi ontelbaar.
Het affiche van Cycle Antverpia
deed me denken aan het immer héérlijk ontspannende werk van Bob den Uyl zaliger.
Diens Wat fietst daar? weer
eens ter hand genomen. We hebben een eerste, in 1970 bij Nijgh & Van Ditmar
verschenen, druk van dit boekje die rijkelijk is verluchtigd met foto’s als de
bovenstaande. Daar verzon Den Uyl dan weer fantastische bijschriften bij:
“Alcoholgebruik maakt de mens overmoedig. Dit is vragen om een ongeluk….”
Ooit werden hier in de
stad de Cycle Antverpia vervaardigd. Daarvoor werd dit parmantige
reclamepaneel gemaakt, dat je je doet afvragen of mensen destijds eigenlijk wel
in de gaten hadden hoe je een fiets dient te gebruiken….
Allengs rijkgevulder (ook materiaal
betreffende uw dienaar wordt er bewaard) is Paukeslag – Digitaal platform
voor levend poëzie-erfgoed, de website die wordt gecoördineerd door het
Poëziecentrum in Gent. De moeite van een bezoek waard.
Interessant weetje
aangaande ruiterstandbeelden: Als het paard op een standbeeld met twee benen in
de lucht staat is de ruiter gestorven in de strijd, als het één voorbeen opheft
is de ruiter gekwetst in de strijd en als de vier hoeven op de sokkel rusten is
de geëerde een natuurlijke dood gestorven.
Echt héél erg zijn witte
sokken. En nóg erger zijn witte sokken in sandalen. Maar helemáál fout zijn
natuurlijk deze sandaalsokken. Mensen verzinnen de mafste dingen, en ze
krijgen ze veelal nog verkocht ook.
Het is al lang geleden
dat we kennismaakten met het werk van Pol Bury. Het was in de Botanique in
Brussel, waar een tentoonstelling rond moderne Belgische kunst was ingericht. “Het
beweegt!” hoor ik Geertje, met grote verwondering in haar stem, nog zeggen over
een houten kunstwerk van Bury. In het parkje tussen de Harmoniestraat en de Koningin
Elisabethlei hier in Antwerpen is nu ook weer een van diens kinetische constructies
te zien. Via een elektrische pomp wordt water in een gesloten
circuit voortgestuwd naar het uiteinde van de bewegende armen. Een samenspel
van water en wind doet de buizen kantelen, waardoor ze leeglopen en het proces
zich kan herhalen.
Kijk toch eens hoezeer
deze cactussen het naar hun zin hebben hier naast me. Vergelijk de bovenste foto maar eens met de onderste. Ik dacht altijd dat cactussen amper zichtbaar groeiden. Nou, ze blíjven maar bezig.
Het zijn van die gezellige lichtgroene uitstulpinkjes waarmee ze steeds hoger
reiken.