maandag 22 november 2010

Uit de kast (19)


Iedere keer opnieuw is het een verrassing wat ik vast zal pakken als ik voor deze rubriek met de ogen toe voor de poëziekast ga staan om er op goed geluk een bundel uit te pakken. Ditmaal trek ik 50 01 11 329 naar buiten. Dat is de meest recente bundel van Frans (F.J.) Mink, die het licht zag bij Doorgeverij Zinderend. Ook met gesloten ogen sla ik een willekeurige bladzijde op, 18 meer bepaald. Daarop staat Een naamloze:

Je zou zo een kloeke bloemlezing kunnen
samenstellen met gedichten getiteld
Augustus of Mei....Voor veel dichters

is blijkbaar de naam van een maand
al voldoende, Oktober of December.
Op een maand als titel hoeft

niet eens gevarieerd te worden,
Januari of April. Echter nooit
lees je dichters schrijven over

een naamloze maand, die voor ons,
productiemedewerkers in de ploegendienst,
één van de belangrijkste is van 't jaar:

de 13de.