Tropisch warm vandaag. Dik dertig graden. Zelfs op
ons achterterras is het héét. Daar is het voor Berten niet aangenaam. Die
zitten liever aan de werkkamer, bij krant en pc. Zoeteke en Stefke daarentegen
zijn vandaag niet naar binnen te branden. Die vinden die lome hitte, en dat
terwijl ze nota bene al in een bontjasje wonen, zalig. Ze waren zo goed even op
te blikken naar de lens maar daarna was het weer soezen geblazen….
Knap wat cartograaf Louis Renard al in 1715 in beeld bracht: zijn
kaart van de Grote Oceaan toont (zij het niet volledig) reeds Nieuw-Guinea en
Australië (Hollandia Nova) en de
belangrijkste eilanden van Japan. Wat me hier vooral opvalt is dat, spijts al
die heftige meridianen, zeelieden destijds nog in de waan verkeerden dat je om
Californië heen kon zeilen….
Lees in Knack
dat meer dan 40% van alle gemeenten in de Europese Unie zich op Frans
grondgebied bevindt. En dat er bijna 4000 (= viérduizend!) zelfstandige Franse
gemeenten zijn met minder dan….honderd inwoners. Er zijn zelfs dertig dorpen
waar het wettelijk minimum van negen gemeenteraadsleden het aantal inwoners
overtreft. Daardoor is iedere dorpeling daar in principe verzekerd van een
plaats in het gemeenteraadje….
Wat een aangename verrassing: er werd aangebeld en
Hans Kleiss, de beheerder van de mooie website www.mauricegilliams.nl, stond voor de
deur met zijn Petra én met een cadeautje dat hij even persoonlijk af wilde
geven: een door hem zelf gedrukte bibliofiele uitgave van Gilliams’ Nachtzoelte (uit 1927). We kenden
elkaar alleen via het internet. Plezante persoonlijke kennismaking. Nachtzoelte is beeldschoon. Ik kreeg
nummer 11 van 15! Wordt gekoesterd….
Vijfendertig jaar geleden, op 16 augustus 1977,
blies Pé Hawinkels de laatste adem uit. Hij werd slechts 34. Een van mijn
eerste dichtbundels (ik noteerde er de datum van verwerving in: 1 juli 1972) was zijn Bosch & Breugel. Heb die voor deze
gelegenheid weer eens uit de kast gepakt. Volgens mij wordt zijn poëzie
nauwelijks meer gelezen, maar ik vind het nog steeds een fijne bundel. In
Nijmegen is er een Pé Hawinkelsstraat. Vraag me af of daar iemand woont die
weet naar wie de straat waarin hij dagelijks in slaap valt vernoemd is….
Kijk ze daar toch gebroederlijk naast elkaar staan op de ondergrondse
sporen: de hogesnelheidstreinen van Thalys. De gedachte dat ik in twee uur op
het Parijzer Gare du Nord kan staan vind ik een zeer aangename.
Tijd voor een nieuwe reeks Uit de
kast. Ik ga met gesloten ogen voor mijn poëziekasten staan, pak er op goed
geluk een bundel uit en sla – nog immer met de ogen toe – een willekeurige
bladzijde op. Op bladzijde 17 van Men
schort wat op van Yella Arnouts (Uitgeverij P, Leuven, 2011) staat het
gedicht Meeuwen:
Het wintert. Vroeg in de ochtend lopen
mijn jongen en ik alleen op de dijk.
De zee kent als vanouds geen grenzen. Hoog wikkelen meeuwen lucht om ons heen. Onze handen van brood strooien gelijk.
Te dicht snaaien die bekken nu en hij maar wieken en kraaien en hoe ze niet wijken. Mijn jongetje zo dronken
tolt van de pret om mijn as. Ik zie in zijn ogen het zwart van hun blik, ze kijken.
Goh, wat heb ik zo’n ding vroeger dikwijls gebruikt om
45-toerengrammofoonplaatjes af te kunnen spelen. Maar, bedacht ik opeens: “Hoe
héét zo’n ding eigenlijk?” Wat navraag gedaan bij generatiegenoten. Niemand die
het ooit bewust een naam heeft gegeven. Er doken technische termen op als spindle en single-adapter maar die had ik toch nooit in mijn hoofd. Wel driehoekje misschien, of sterretje of zoiets. Hans Mellendijk
repte van een centreerster. Toch is
het me niet echt duidelijk geworden wat nu feitelijk de correcte benaming is.
Welk een tot de
verbeelding sprekende gehuchtjes bevinden zich trouwens in Stekene. Met namen
die zo weggelopen lijken uit sprookjes. Wat te denken van Blauwe Hoeve,
Kwakkel, Polken, Rustwat, Wildernis en Zwarte Ruiter? Ook heel mooi vind ik
Wullebos. Een wulle is een ransuil,
en ransuilen zijn er nog immer te vinden.
Ondanks het prachtige
weer was de bibliotheek van en in Stekene vanmorgen wonderlijk goed gevuld met
poëzieliefhebbers. Die kwamen af op de voorstelling van GeelZucht III,
het boek dat gemaakt werd naar aanleiding van de GeelZucht-blog waarvoor
Willie Verhegghe, Yella Arnouts, Bert Bevers, Frank Pollet en Patrick Cornillie
(van links naar rechts op de foto) gedichten schreven. Het boek, een uitgave
van De Letterloods, ziet er prachtig uit en ging grif van de hand! Zie ook: www.fotoalbumvanaf2010.blogspot.com
In de Kruidtuin staat trouwens een bijenhotel. Voor
wilde, solitaire bijen. Die steken niet, ze zorgen welvoor de bestuiving van
niet minder dan 67% van alle bloemen, bomen en struiken in bermen, parken en
stadstuinen. Omdat het aantal bijen sterk achteruit gaat bouwde men
bijenhotels. De bijen vinden er een eigen kamertje om stuifmeel en eitjes
achter te laten om zich voort te planten. Ik heb er een poos met studie naar
zitten kijken, en ik maak me zorgen. Ik zag er slechts één bij binnengaan….
Het verbaast me iédere keer weer: zodra ik de hoek
van de Bourlastraat en de Leopoldstraat (hártje Antwerpen toch) omsla en de
Kruidtuin in kuier, waan ik me in een heus bos.
In ons taalgebied is het
uit de woordenboeken verdwenen, maar in het Franse bestond het alleszins nog in
deze editie van de Larousse Classique Illustré uit 1923: bachi-bouzouck. Ik vond basji-boezoek altijd een van de fraaiste
scheldwoorden van Kapitein Haddock. Nu weet ik ook hoe een bachi-bouzouck eruitzag.
Ferre Grignard overleed op 8 augustus 1982 op
43-jarige leeftijd, vandaag exact dertig jaar geleden. Ik heb hem nog op zien
treden, maar toen was hij al ver heen. Hij ligt hier op Schoonselhof begraven
pal naast Maurice Gilliams. Groter contrast dan tussen die twee is amper
denkbaar. Op ’t Kiel is bij De Zwaantjes een plantsoentje naar hem vernoemd…. http://www.youtube.com/watch?v=v763dEAFHxY
In het heel ver weg gelegen maar onze klok volgende
Stellenbosch publiceerde de redactie van Versindaba
vandaag mijn nieuwe gedicht Voor de
luchtaanval:
Voor de Mededelingen van het Centrum voor
Documentatie & Reëvaluatie verzorg ik sinds enige tijd (er verschenen
al meerdere afleveringen) de rubriek Cinema Trivia, waarin oude films (of
details daaruit) de revue passeren. Vandaag Lili:
Op zondag 12 augustus 2012 wordt met enige
bescheiden feestelijkheden vanaf half elf het derde GeelZucht-boek officieel gepresenteerd aan pers en publiek in de
gemeentelijke bibliotheek van Stekene, in de Stadionstraat. Het is een foto van
de vader van Yella Arnouts (de dichteres die dit jaar de GeelZucht-ploeg vormde met Bert Bevers, Patrick Cornillie, Frank Pollet
en Willie Verhegghe) die de voorkant siert! Zie www.geelzucht.wordpress.com
Vlaanderen is
een eldorado voor quizliefhebbers. Het is een van de redenen waarom ik me van
harte in dit gewest vestigde. Het nieuwe seizoen begint op gang te komen.
Gisteravond was ’t Oud Kapelleke in Berchem welgevuld met 35 ploegen van vier
man. In Nederland zou dit lijken op een verplicht examen van ’t een of ander:
hier daagt men vrijwillig en met plezier op. We moeten als Grafzerkje overigens
nog een beetje op stoom komen: onze ploeg eindigde in de middenmoot, maar richt
de blik op de bovenste plaats in het linkerrijtje….
Toen aan het eind van de vorige eeuw voor het
Rubenshuis op de Wapper (het was in 1999 het Anton van Dijck-jaar, en men
verwachtte in het kader daarvan ook hier extra veel volk) een ‘tijdelijke’ kiosk
werd gebouwd zei ik onmiddellijk tegen Geertje: “Die gaat daar nóóit meer weg!”
En inderdaad: het spuuglelijke verkooppunt staat er nog steeds. Onvoorstelbaar
toch hoe slordig men met het erfgoed omgaat. Bezoekers (en die komen echt van
over de ganse wereld!) kunnen nu al jaren niet eens meer een fatsoenlijke foto
van de gevel van het Rubenshuis maken….
Het was de tijd van de exploderende welvaart, en
ineens moest hoi polloi zonodig een automobiel hebben om de boodschappen om de
hoek te gaan doen. Nog steeds rijdt men het liefst met de wagen tot aan de
toonbank, maar gelukkig kentert er iets. Zijn er ondergrondse parkeergarages en
autovrije straten. Maar in 1968 was er paniek: wáár laten we al die wagens?
Kreeg een ansicht van de stad uit dat jaar onder ogen. Die maakt de sloopzucht
duidelijk waaraan iedereen zich destijds bezondigde. Kijk toch eens welk een
ruimte men toen bovengronds aan parkeerruimte liet, en ook: hoe smérig be-uitlaatgast
de Boerentoren mocht zijn….
Kwam al surfend een stukje op De Contrabas tegen over mijn dagelijks aangevulde verzameling Geef ons heden. Dat berichtje kon ik me
nog wel herinneren, maar ik zie nu pas wat voor een discussie er zich over
ontwikkelde….:
Er valt iedere dag wel iets op te steken: zit te
bladeren door een vooroorlogse editie van Der
Große Brockhaus (Leipzig, 1935) en daarin verneem ik, terwijl ik sport toch
redelijk goed volg, voor het éérst van lacrosse.
Een balspel waarvan ik nooit maar dan ook nooit hoorde. In 1904 (Saint-Louis)
en 1908 (ook Londen) was het zelfs een medaillesport op de Olympische Spelen.
Lacrosse blijkt zeer populair te zijn in Canada, en sinds enige tijd schijnt
het zelfs ten onzent te worden gespeeld.
Hé, wat een aardige verrassing: ontdek al scrollend dat sMelssleMs,
de immer gevarieerde blog van Hans Mellendijk, vandaag mijn poëziefilmpjes
samenbrengt onder de titel Bert Bevers / The Movies:
Zie me daar toch eens ferm stappen met mijn ouders!
Van de bioscoop (de Roxy, aan de Grote Markt in mijn geboortestad Bergen op
Zoom, waar ik zoveel mooie herinneringen heb liggen) wég nota bene. Pa was daar
een kwart eeuw lang filmoperateur. De mededeling Kermisprogramma: Heidi en Peter had hij daar ook (ik zie hem zo nog
voor mij, op de ladder met die zwarte letters zeulend) zelf op de tekstbak aangebracht. Vandaag zou hij
96 jaar zijn geworden….
“Uw lidkaart van de wereldtentoonstelling is vervallen en er plakken duiven
op uw brood.” “Weet je zeker dat ze dàt aan het seinen zijn daarboven?” Immer goed voor een
glimlach blijft Danny Braems Vintage
Antwerpen - een nieuwe kijk op een
oude kiek….: http://vintage.charmantwerpen.be/
Op het charmante kerkhofje van Heinkenszand trof me
deze grafzerk. Die bedekt de laatste rustplaats van P. Aenstoots (1822-1906),
die van 1860 tot 1903 pastoor was van de naast de begraafplaats gelegen
Sint-Blasiuskerk. Zou de uitdrukking de
steen des aanstoots hier iets mee te maken hebben?
En op de Oost-Indische
kers (Tropaeolum
majus) staat nu ook geen maat. Je kunt wel zien dat we
nog niet veel buiten hebben gezeten: de plant is druk doende een van onze
terrasstoeltjes te overwoekeren….
In ons
Bourlastraatbalkontuintje gewoon óvergebleven uit de vorige
winter: ijzerhard (Verbena officinalis): kijk eens hoe die plant omhoog
springt en de warmte lijkt te verwelkomen met Hoera-handjes….
Ik wip graag grenzen over. Of het nu die tussen
Duitsland en Oostenrijk, die tussen Frankrijk en Italië of gewoon die tussen
België en Frankrijk is: als ze nabij is móet ik er even overheen….
Volgens mij zijn er heel wat architecten die zich
kapot lachen als ze weer een of ander gemeentebestuur of
projectontwikkelingsbedrijf een dergelijk ontwerp in de maag gesplitst hebben.
Dat zal ongetwijfeld met veel quasi-technische blabla als volkomen verantwoord
zijn verkocht, maar voor mij blijft dit soort bouwsels toch gewoon een rechtop
gezette schoenendoos….
Nu piepen ze (al hoor je dat even niet omdat ze in
‘ruil’ voor de splitsing van BHV – waarvoor geen tegenprestatie nodig wás! –
weer zakken met geld uit Vlaanderen hebben weten te peuteren om Freddys
Thielemansen, Philippes Moureaux en andere dorpsburgemeesters in het Brussels
Gewest in het zadel te kunnen houden) om het hardst wanneer de federale
staatsvorm hen niet goed uitkomt, maar de Franstalige Belgen vergeten al te makkelijk
dat zij zélf met het idee op de proppen kwamen. Toen het zwaartepunt van de
macht nog bezuiden de taalgrens lag natuurlijk. De gedachte België te verdelen
in homogene taalgebieden kwam oorspronkelijk van Fránstalige politici. Die
vreesden dat de immigratie van Vlamingen, die in de tweede helft van de 19de
eeuw met honderdduizenden van het verarmde Vlaamse platteland vertrokken om in
de Waalse kolen- en staalindustrie te gaan werken, tot 'vervlaamsing' van
Wallonië zou leiden. En nog in 1960 (!) was het zware crisis: de Waalse
vakbeweging eiste met gewelddadige stakingsacties de omvorming van België tot
een federale staat, omdat de door Vlamingen gedomineerde regering niet bereid
bleek de noodlijdende kolen- en staalindustrie nog langer met miljarden te
steunen. Leve de Nationale Feestdag!
Die Herman Stok (85 ondertussen)
toch….Kwam op het wereldwijde web een fragment tegen van Top of Flop?,
destijds het eerste muziekprogramma voor teenagers
op de Nederlandse televisie. Ik keek daar graag naar, al was het maar voor die
lekkere tune: 36-24-36 van The Shadows. Maar in retrospectief valt toch vooral
op hoe slecht de panelleden konden inschatten wat nu kwaliteit had en wat niet:
The Beatles worden hier vier keer een flop
genoemd….: http://www.youtube.com/watch?v=dWsviLsMQxY
Marleen De Crée schrijft al
jaren prachtige, knisperende poëzie. Dat vindt ook Swoon. Die bewerkte drie van
De Crées door Katrijn Clemer voorgedragen gedichten tot filmpjes, waarvoor hij
behalve het beeld ook de mooie muziek leverde. Vooral Faites vos jeux,
waarin een bomma maar uit het water blíjft komen, is wat mij betreft een echte
aanrader:
Blader weer eens door het
Modern Woordenboek (Taalkundig!
Encyclopedisch! Geïllustreerd!), in 1937 uitgegeven door J. Verschueren,
S.J. en Dr. L. Brounts en verschenen bij N.V. Brepols in Turnhout. Daarin
bemerkte ik eerder al dat het portret van Adolf Hitler, toen officieel nog een
bevriend staatshoofd, verkeerd om af was gedrukt. Bemerk nu dat hetzelfde geldt
voor de afbeelding van het haakkruis.
Dat hoort naar rechts te draaien….
En nu neurie ik dus al een dag slag om slinger I’m A Boy. Waarbij ik me
herinner hoe boeiend ik het destijds al vond dat in het Engels woorden die visueel niet
op elkaar lijken tóch kunnen rijmen, zoals blood en mud:
I wanna play cricket on the green
Ride my bike across the stream
Cut myself and see my blood
I wanna come home all covered in mud
Wat een prachtige 45-toeren grammofoonplaatjes
waren er (à ƒ 3,95) in 1966 toch te koop. Paperback
Writer van The Beatles, Take It Or
Leave It van The Searchers en All Or
Nothing van The Small Faces om er slechts een paar te noemen van singles
die ik omwille van een miniem budget niét kocht. Ineens zie ik een verband
tussen deze foto (in 1957 van mij genomen in de tuin van mijn geboortehuis,
mijn moeder zal zich verveeld hebben en ongetwijfeld de hare op visite hebben
gehad) en mijn eerste eigen muzikale verwerving: I’m A Boy van The Who. I’m A Boy, I’m A
Boy, But My Ma Won’t Admit It….
Toch wel een indrukwekkende schedel, die de triceratops (een plantenetende
dinosauriër uit het late Krijt) had. Van die der levende dieren komt
vermoedelijk alleen die van de olifant qua omvang een beetje in de buurt.
Net als in Oost-Vlaanderen is in Zeeland de Schelde altijd nabij. Zoals hier
in Yerseke, bij de befaamde oesterputten. Die liggen daar op hun gemakje nieuwe
voorraden te huisvesten. Als je het paadje linksboven op de foto afloopt begeef
je je van de bassins naar de Schelde. De Oosterschelde in dit geval.
Nu we al in
Annonay Davézieux zijn beland nog even de wielerliefhebbers onder de lezers
attenderen op GeelZucht, de blog
waarop ik samen met collegadichters Yella Arnouts, Patrick Cornillie, Frank
Pollet en Willie Verhegghe (Willie is overigens zondag, die dag heeft hij ook
GeelZucht-dienst, te gast bij Karl Vannieuwkerke in het tv-programma Vive le vélo) de Tour de France poëtisch
probeer te volgen: www.geelzucht.wordpress.com
In 1918 sleepte de wereld zich naar het einde van De Groote Oorlog. Ook was de Spaansche Griep op komst, die nog meer slachtoffers zou vergen dan die strijd. Maar in hetzelfde jaar werd óók voor de eerste keer Tarzan verfilmd:
In Vlaanderen zelf zijn velen, behalve bij het
supporteren van De Koers, eerder terughoudend waar het de Vlaamse Leeuw
betreft. Oude communautaire gevoeligheden, burgerlijke angstjes, politieke
hypercorrectheid en dat soort dingen. In Noord-Frankrijk ligt echter nóg een
Vlaanderen: Frans-Vlaanderen. Français je
suis, Flamand je reste is daar de (Franstalige) gedachte. De banier wordt
er trots getoond!