Dezer dagen verscheen bij de Stichting
Spleen in Amsterdam een nieuwe (eerder waren er al edities rond Horatius en
Rilke) Vertalersweelde, met Paul Verlaine als rode draad. Ik schreef
daarvoor op verzoek Steeds op zoek. Andere bijdragen zijn er van onder meer
Astrid Arns, Piet Gerbrandy, Edward Hoornaert, Kees van Meel, Coen Peppelenbos
en Wim van Til.
Interessant blijft de discussie omtrent
de vraag wat nu de juiste uitspraak is: Julius Caesar Julius Seezar
noemen of Julius Kaisar. In onderstaand filmpje overtuigt de jonge
classicus Casper Porton me: hij voert aan dat de Grieken, die een ander alfabet
hadden (en hebben) de naam van de beroemde Romein op het gehoor met kappa, alfa
en rho (καππα, ἄλφα en ῥῶ)schreven, en niét met een sigma (σίγμα) begonnen. Ergo: Kaisar!
De Martinsdom, waar eeuwenlang de koningen van Hongarije en Oostenrijk
werden gekroond, is de grootste kerk van Bratislava. Zit naar een documentaire
te kijken waarin duidelijk (zo rond minuut 15) in beeld komt hoe bespottelijk
de Slowaken met ruimtelijke ordening omgaan: de kerk ligt (de presentatrice
zegt het charmant: ‘eher unschön’) pál aan….een snelweg!
Het is maar goed dat er mensen zijn die de
waarde inzien van het soort schilderijen als die van Simon Marmion. In de kerk
waarvoor hij die vervaardigde konden ze niet worden bewaard want daar is weinig
van over. Slechts de ruïnes ervan resteren. Mijn vriend Albert Hagenaars en ik
bezochten die nog niet zo lang geleden. Daar is Marmions werk dus lang te zien
geweest. De maquette toont hoe het complex er in volle glorie uit moeten hebben
gezien.
Hij is niet heel erg bekend, maar wat
maakte Simon Marmion (1425-1489) mooi werk. De ziel van Sint Bertinus wordt
ontboden in dehemel bijvoorbeeld, met onderaan het dak van de aan
Bertinus gewijde abdijkerk in Sint-Omaars. Marmion schilderde dit voor een
altaarstuk in deze kerk.
Ondanks de beperkingen die de quasi quarantaine
in deze merkwaardige tijden met zich meebrengt vandaag toch al 5877 stappen
gezet. De stappenteller adviseert er dagelijks 7000 te zetten. Dat aantal haal
ik meestal probleemloos (vaker zelfs 10.000+) maar nu we in isolement zitten
moeten we echt af en toe bewust een wándeling maken door onze vertrekken….
Dat ze in 1936 in Berlijn waren wist ik
natuurlijk, maar ik heb me eigenlijk nooit afgevraagd waar de Olympische Spelen
in 1940 zouden zijn gehouden indien de Tweede Wereldoorlog er niet zou zijn
geweest….
Op de een of andere manier moet ik altijd
weer het verschil tussen de twee opzoeken: een muildiér is een kruising tussen
een ezelhengst en een paardenmerrie, en een muilézel een tussen een paardenhengst
en een ezelin.
Met Linea 2 Gdansk verkennend zie ik op
het perron bij de halte Brama Wyżynna twee zusters op de tram wachten. Zo’n
aanblik is hier eerder zeldzaam geworden. Ik ben van een generatie die met hun
aanwezigheid in het straatbeeld vertrouwd was. Mijn eerste jaar in de
kleuterschool bracht ik door onder de hoede van Zuster Chrysostima, die de
rechtse op de foto had kunnen zijn.
Snuisterend in mijn archief kom ik deze
vier dichters tegen: Philippe Cailliau, Paul Rigolle, Bert Bevers en Albert
Hagenaars. Ik herinner me dat de foto werd gemaakt in de bibliotheek van Sint-Genesius-Rode
(waar Sophie Wilmès, momenteel – zij het niet werkelijk democratisch
gelegitimeerd – premier van België, schepen was), maar niet wat de aanleiding
was van de schik die Paul en Albert duidelijk om mij hebben.
De kleuren magenta en solferino, soorten
purperachtig rood, zijn allebei vernoemd naar een veldslag: respectievelijk de
Slag bij Magenta en de Slag bij Solferino. Die werden in 1859 uitgevochten in
de Tweede Italiaanse Onafhankelijkheidsoorlog.
Kwam dit overzichtje van dichters die via
het internet te horen en te zien zijn weer eens tegen. Coen Peppelenbos stelde
dat een decennium geleden samen. Er zullen ondertussen dus vast heel veel
filmpjes bij zijn gekomen, maar dit is nog steeds een stevig overzicht. Mijn Sprookjes
en Avondklok staan er ook op:
Ontdek pas nú een foutje op de hoes van
het album Beatles For Sale: achternummer 4, Rock And Roll Music, staat als componist – vermoedelijk
werd George bedoeld – Harrison vermeld. Dat moet natuurlijk Berry
zijn, Chuck Berry. Benieuwd of dat hersteld werd.
Sterk citaat
uit Chino, een minder bekende western met de zo karakteristieke Charles
Bronson die op een boerderijtje in het midden van nergens woont waar een
jongetje verzeild raakt dat zich er niet onmiddellijk op zijn gemak voelt en
zegt weg te gaan want: “I gotta be somewhere.” Waarop Bronson: “There ain’t no
somewheres around here to go to.”
Kwam in een documentaire beelden tegen
van Werner Baus in diens Radio- und Kinomuseum in Hesla. Daar bewaart en
onderhoudt hij een aantal oude filmprojectoren, bij de aanblik waarvan ik
onmiddellijk terug in de cabine bij mijn vader beatae memoriae was. Ik zag hem
zo weer aan de slag met het verwisselen van spoelen, het plaatsen van nieuwe
koolspitsen, het door het projectievenster kijken of de film zuiver stond….
Sommige citaten blijven hardnekkig
foutief voortleven. Zo wordt in Casablanca nérgens Play it again, Sam
gezegd. Wel: Play it once Sam, for old time’ sake. Ook Marx wordt
verkeerd aangehaald: het is niet Opium für das Volk maar Opium des
Volkes. Ook grappig: nérgens in zijn boeken laat Arthur Conan Doyle
Sherlock Holmes Elementary, my dear Watson zeggen….
Door het feit dat quasi iedereen een
mobiele telefoon heeft zijn vroeger vertrouwde zaken als praatpalen en
telefooncellen verdwenen. Wat ik me afvraag is of telefoongidsen eigenlijk nog
gebruikt worden….
Toen ik Morgenrot van Gustav Ucicky,
een film uit 1933, bestudeerde herkende ik uit Elvis Presley’s Wooden Heart
het Duitse deuntje Muss I denn (cf. minuut 13:45). Ik wist niet dat het
zo oud was, maar bij nader onderzoek bleek het nóg ouder: Friedrich Silcher
(1789-1860) vertrouwde het reeds in 1827 aan het papier toe!
The Pretty Things zijn altijd een beetje
onder mijn radar gebleven. Beluisterde het album Parachute uit 1969, en
dat viel me best mee. Ontdekte een wel erg sterke gelijkenis. Ik stel niet dat
Andy Partridge van XTC (een van mijn lievelingsbands) plagiaat pleegde met Stupidly
happy, maar het nummer doet me nu wel érg denken aan The Letter van
The Pretty Things….
Van sommige verdwenen spraken resteren
fragmenten. Van HAR-ra=hubullu, een van de kleitabletten met
Soemerische lexicale reeksen die nota bene van ongeveer 2200 vóór Christus
dateert en dus handelt over een taal die meer dan vier millennia van ons
verwijderd is, weten we dat de Soemeriërs nundum zeiden tegen lippen, en
kennen we zelfs specificaties: nundum-mu betekent mijn lippen, nundum-an-ta-mu
mijn bovenlip en nundum-ku-ta-mu mijn onderlip. Tegen mond en tong
zeiden ze respectievelijk ka en eme. Fascinerend.
Kwam in mijn archief een foto tegen die
ik op ons achterterras maakte toen op de hoek van het Blauwtorenplein en de
Tabakvest alleen het hoekpand waarin café De Blauwe Toren zit nog overeind stond.
Dat is ondertussen van hier uit niet meer te bekennen….
Vooral aan de uitspraak van bepaalde
namen kun je nog steeds horen dat de francofonie lang hard gewerkt heeft om
België te verfransen: ook (eigenlijk: zélfs) in Vlaanderen spreek je een naam
als Bernard niet als Bernard uit maar als Bernáár, Albert niet als
Albert maar als Albèèr, Hubert niet als Hubert maar als Hubèèr en
Jos niet als Jos maar als Zjos. Dat wist ik natuurlijk al wel. Wat ik
niet wist is dat Gerard Walschap, toch ook in Nederland een bekende naam,
zichzelf Gérard Walschap noemde. Dus: Zjeeraar Walschap….
Door de maatregelen die de overheid
verordonneerde om het coronavirus zoveel mogelijk in te dijken is het
onwezenlijk stil op straat. “Eerste Kerstdagstil,” zei Geertje. De werking van
het openbaar vervoer is gegarandeerd, maar in 9 van de 10 trams die ik zie
passeren zit behalve de wattman….niémand!
Het is heus 2020, we zijn twee decennia
gevorderd in de 21ste eeuw dus is het eigenlijk amper te geloven dat
in Nederland het principe van volkssoevereiniteit nog steeds niet vast is
gelegd in de Grondwet. Koning Willem-Alexander regeert nog steeds ‘bij de
gratie Gods’. Tot zover dit Gemengd Bericht.
Als jonge gast amuseerde ik me kostelijk
met The Bonzo Dog Doo Dah Band en hun vermakelijke versies van oude liedjes. My
Brother Makes The Noises For The Talkies was er een van. Stootte nu op zoek
naar iets geheel anders op het origineel daarvan. Het is reeds 89 jaar jong en
blijkt Dúits: Mein Bruder macht beim Tonfilm die Geräusche:
Nu pas (Ik verloor de reeks een tijd uit
het oog) ontdek ik dat Henk Kuijpers, op wie Hergé trots zou zijn geweest,
Antwerpen gebruikte als decor voor een avontuur van zijn heldin Franka. Mooi
gedaan!
We waren weer eens aan zee, en dan zitten
we natuurlijk in de kusttram. Toen we Raversijde passeerden vroeg ik me af of
toevallige Britten aan boord zouden weten dat al dat geschut daar uit museale
overwegingen staat, en niet om te anticiperen op de gevolgen van de Brexit. Met
een premier als Boris weet je immers maar nooit. Een visserijoorlog zou zomaar
tot schermutselingen kunnen leiden….
In de vesting Königstein, zo leer ik uit
deel 2 van Mitteldeutschland unterm Hakenkreuz,werden in de oorlog Franse opperofficieren
krijgsgevangen gehouden. Omdat toen ook in oorlogstijd de erecodes werden
gerespecteerd mochten die als ze beloofden netjes terug te komen vrij gaan
wandelen in de omliggende wouden. Er werd (zie rond minuut 21:00) voor de
Franse generaals zelfs een excursie naar Dresden georganiseerd….