De cultuurdragers hic et nunc bij
de hand: Der Runde Bogen van Adolf
Heckel, Hoe crapuleus het licht op het
tempermes (dat de verzameling van harten in scherven met kerven doorsnijdt) – Kabinetportretten 1962-2006 van
Pjeroo Roobjee, Miserere van Henryk
Mikołaj Górecki en Over de brug der
aarzelingen van Marleen De Crée.
Recensie: Karin Smirnoff – Mijn moeder
2 uur geleden