In Het groot
wielerwoordenrijmpjesboek legt Miel Vanstreels tal van wielertermen uit,
die hij ook nog eens met rijmpjes illustreert. Het is een vermakelijk boekje.
Ik erger me aan van die te zware zondagsfietsers die in hun Quicksteptruitje op
hun helden willen lijken maar zwaar behaarde kuiten hebben. Ik ben het eens met
Miel: Een man die gesoigneerd / wil pedaleren // moet hoe dan ook / z’n
benen scheren. Vanstreels is zelf een verwoed coureur, maar hij kent zijn
limieten hetgeen hij genadeloos beschrijft in versjes als Pedaleur de charme:
Ik ben niet bepaald / een pedaleur de charme // wie mij ziet fietsen / roept
spontaan Ocharme en Côte de la Redoute: Wat deed Miel V / op de
Redoute? // Hij stapte af / en ging te voet. Een charmante uitgave van de
beheerder van de blog Wielergedichten:
Recensie: Karin Smirnoff – Mijn moeder
7 uur geleden