Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht uit de kast. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht uit de kast. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

dinsdag 2 december 2025

Uit de kast (CLXII): Coen Peppelenbos


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat De valkunstenaar van Coen Peppelenbos (Uitgeverij kleine Uil, Groningen, 2011), waaruit ik het titelgedicht opensloeg:

Vallen is loslaten
het moment bepalen
dat je je overgeeft
aan zwaartekracht.

Ik ben te verdrietig
om je te vertellen
dat.

Vasthouden is de voorbode
van vallen. Vasthouden
is onzekerheid in de vingers.

De oceaan opvaren is
horizontaal vallen.
Je laat de onzekerheid
achter bij de mensen
die je uitzwaaien.

Je ziet mij huilen
je ziet mij vallen
je ziet mij vertrekken
dit laat je niet los.

zaterdag 1 november 2025

Uit de kast (CLXI): Willy Roggeman


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Cadenas van Willy Roggeman (Het Balanseer, Gent, 2008), waaruit ik bladzijde 29 opensloeg:

‘Morgen’ is voor jou een stuk meccano,
je hoofd houdt schroefdraaiers en tangen steeds
paraat. Montage van wereld metaal-
schimmen. Meteen weegt het heden je zwaar,
met elke danspas rammelt het getuig.
Ik zoek vergeefs de draai in je heupen
om de zwieptol in je huid te pinnen,
de bikkels in je schaamhaar te graaien.
Zing ik ‘van de afgrond en de luchtmens’
komen alle meccano’s in opstand.

donderdag 2 oktober 2025

Uit de kast (CLX): Kees Wagtmans


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Achttien gedichten van Kees Wagtmans (Cantonese Boy Press, 1983), waaruit ik bladzijde 24 met daarop winterstil opensloeg:

de laatste vogels

vluchten

naar een onderkomen

 

de lucht

is

leeg

 

daaronder schuilen wij

dinsdag 2 september 2025

Uit de kast (CLIX): Blanka Gyselen


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Door roode vuur van Blanka Gyselen (Uitgeverij Steenlandt, Kortrijk, 1936), waaruit ik bladzijde 8 met daarop De Zomer opensloeg:

Wat danst mijn dronken, donker bloed

als dol om zooveel overvloed:

 

al avonden zoo schuldig-stil

tot gul genieten zonder wil,

 

al liefde-nachten, zwart en zwoel,

al morgenvreugd, verzadigd-koel….

 

Hoe laait door deze zomerkoorts

mijn hart: die hooge, roode toorts!..

zondag 3 augustus 2025

Uit de kast (CLVIII): Bobb Bern


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat jonathan dringt niet meer van bobb bern (Uitgeverij vzw Arsenaal, Antwerpen, 2018), waaruit ik (de bladzijden zijn niet genummerd) maretak & gouden sikkel 7 opensloeg:

een zwaluw zingt een ladder in de lucht
terwijl ik de nacht reeds vastspijker
tegen de woorden van morgen

o jij, maria magdalena na de zalvende zegen,
ongenaakbare ark des verbonds,
mijn toen even donkere diamant,

spreek & de bazuinen zullen zwijgen

zondag 27 juli 2025

Ouderwetsch handwerk


Kwam in een bloemlezing (Honderd dichters, in 1974 samengesteld door Julien Vangansbeke en verschenen bij Yang in Gent) nog een ouderwetsch uitleenformulier tegen. Voor mijn jonge lezers: de registratie van wie wat meenam uit de bibliotheek (ondertussen al lang geautomatiseerd) is heel lang handwerk geweest. Overigens werd een dichtbundel destijds in Kortrijk nog behoorlijk vaak uit de kast gehaald….

woensdag 2 juli 2025

Uit de kast (CLVII): Lucebert


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat de amsterdamse school van lucebert (Uitgeverij A.A.M. Stols, Den Haag, 1955), waaruit ik bladzijde 17 met daarop IX opensloeg:

De minnaar hij blijft bij zijn meisje
Ook als de reis vochtig en alleen de koepee
Leeg en van zandsteen is de slijtage

Alleen het bukkend geluk gaat naar geluk
D’extaze na het eten van vanille-ijs
De poëzie omhelst in het vers de poëzie
En de pijn hij prijst
De pijn prijst de pijn

maandag 2 juni 2025

Uit de kast (CLVI): Pim te Bokkel


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Even zweven de levende wezens van Pim te Bokkel (Uitgeverij Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2024), waaruit ik bladzijde 34 met daarop E-pigram opensloeg:

Heerlijk fiets je, vlot, op leeftijd
met een opgeladen batterij – de vaart erin
het jaagpad over, elke dag en altijd
deze weg. Alleen het weer verandert – dat en jij
gaat opgejaagd, met telkens minder tijd
langs het kanaal. Je ziet jezelf
zet aan, beseft het ook, te zijner tijd –
geen mens raakt ooit zijn schaduw kwijt.

vrijdag 2 mei 2025

Uit de kast (CLV): Frank Pollet


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat de door Paul Rigolle van een doorwrochte beschouwing voorziene bloemlezing Polletanië! van Frank Pollet (Uitgeverij Les Iles, Elzele, 2024), waaruit ik bladzijde 248 met daarop Wijnmoe 7 [Afman] opensloeg:

Nu hij weet wie zijn lichaam is, hangt
hij er ook aan vast. Het is druk
op de ketel, een levenslange straf

in het sein dat hij als kind ontvangt:
straks krijg je nog de plaag in je lijf, een ongeluk
is gauw gekomen, een hond die blaft

achter de hoek zal bijten, rook bevangt,
pas op voor de tocht! Van zijn stuk
bracht het hem, en steeds terug naar af.

woensdag 2 april 2025

Uit de kast (CLIV): Armando


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Ze kwamen van Armando (Uitgeverij Augustus, Amsterdam/Antwerpen, 2011), waaruit ik bladzijde 145 Gezien opensloeg:

Aan de voorkant vreemdelingen gezien,
de achterhoede van vroeger,
beneden het ordeloze kloppen gehoord.

De rivieren buitenom gezien,
het stenigen van de bodem,
de daling van het water en de
gehoorzaamheid der grotten.

Het gedrag en de verwondering gezien,
de ademloze terugtocht.

dinsdag 4 maart 2025

Uit de kast (CLIII): Hedwig Speliers


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Als God in Frankrijk van Hedwig Speliers (Uitgeverij P, Leuven, 2016), waaruit ik bladzijde 127 Schriftuur opensloeg:

Geheime nissen, gangen gans geheime
bewaren de kalligrafische velijnen,
de manuscripten in de taal van God –

janhagel dat de muur beklimt
gespuis dat de toegang vindt
grijpt naast gedachtegang,
het gregoriaans gezang 

dat in de monnik bidden wordt.
Vogel, die zich ten hemel stort.

zondag 2 februari 2025

Uit de kast (CLII): Jan Lanen


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat 12 gedichten voor iedereen van Jan Lanen (Uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 1975), waaruit ik op bladzijde 11 vader opensloeg:

vader
je zwijgen
het stil respect
voor alles wat men je schonk
is altijd
mijn beste vriend gebleven
toen je
je bruingebrande handen
naar de heldere hemel uitstak
de zingende leeuwerik
hoog in de lucht
voor me aanwees

toen
niet iedere dag
dezelfde was

maandag 20 januari 2025

Op de planken


Het was, en is, even wennen nu ze in de Bibliotheek Permeke de boel hebben heringericht. Onder de vanzelfsprekendheid waarmee ik me naar de afdelingen geschiedenis, strips, films en poëzie kon begeven zijn de poten weggeslagen want alles heeft voortaan een ander plekje. Zo liep ik, gewoontedier dat ik ben, naar de kasten die de poëzie niét meer herbergen maar toen ik bij de even vergeten nieuwe poëziebehuizing kwam zag ik tot mijn groot genoegen wel dat mijn bundels Eigen terrein en Bedekte termen er uit de kast waren gehaald en zichtbaar op de planken prijkten!

vrijdag 3 januari 2025

Uit de kast (CLI): Job Degenaar


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Dus dit is zomer van Job Degenaar (Thomas Rap, Amsterdam, 1998), waaruit ik bladzijde 37 opensloeg:

Gezien hoe in volkstuinen
de oogstresten smeulen, flauwe
gloed onderaan de dijk

Te weinig de gaten gedicht:
veel hartslag ebde weg;
hoe spaarzaam bloeide iets op

Door de kieren giert november,
veegt scherven van de kosmos
in de kappersluikjes van de dagen

maandag 2 december 2024

Uit de kast (CL): Leopold M. Van den Brande


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Moulin-rouge van Leopold M. van den Brande (Uitgeverij Orion Desclée De Brouwer, Brugge, 1971), waaruit ik op bladzijde 15 Een brandstapel liefde bouwen 2 opensloeg:

Het laken smeult aan je huid
met het trage ademen van je geslacht
een oester van bloed opent zich
in tranen parels van smart
het oog van gravende vissen

lijkbleek draaf je met sporen
van schaterende kraaien in de bek
doorheen de zwellende stranden
en duinen hun gehelmde geraamten
verzetten geen vinger geen bloed
en ontwapenen

geen licht dooit onder ijs de nacht

vrijdag 1 november 2024

Uit de kast (CXLIX): Frans Kuipers


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Uit hoofde van jut van Frans Kuipers (Atlas Contact, Amsterdam, 2024), waaruit ik op bladzijde 66 Botshol, lente II opensloeg:

Raadselvast in het zadel gezeten,
    mijn thuiskomst wil ik vieren in den vreemde

Mooi is de lieve als zij slaapt
    ver is zij dan en nabij is zij dan,
in den vreemde in den vreemde is zij dan

Waar is E. met het lange haar,
    waar is de klaproos in het natte gras
en waar is de kat achter het raam?
    In den vreemde in den vreemde in den vreemde

woensdag 2 oktober 2024

Uit de kast (CXLVIII): Richard Foqué


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat de dieren komen van Richard Foqué (De Bladen voor de Poëzie, Lier, 1969), waaruit ik op bladzijde 15 opensloeg:

zonder kleuren
moet ik woorden schilderen
zinnen vormen
in de mallen van mijn mond
de boom boom verven
het kind kind
en vuur vuur
zo wordt mijn penseeltong
de paarse toorts
die nieuwe namen etst

maandag 2 september 2024

Uit de kast (CXLVII): Robert Graves


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat The Complete Poems van Robert Graves (Penguin Books, Londen, 2003), waaruit ik op bladzijde 381 Like snow opensloeg:

She, then, like snow in a dark night,
Fell secretly. And the world waked
With dazzling of the drowsy eye,
So that some muttered ‘Too much light’,
And drew the curtains close.
Like snow, warmer than fingers feared,
And to soil friendly;
Holding the histories of the night
In yet unmelted tracks.

vrijdag 2 augustus 2024

Uit de kast (CXLVI): Emma Crebolder


Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Zwerftaal van Emma Crebolder (Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1995), waaruit ik op bladzijde 31 Grafgeschenk III opensloeg:

Je hoeft het niet te weten straks
zo uitgestrekt en leeg, na
wat maaigoed komt de ruiter.

Hij beloofde het kleine brons
mee te geven aan jouw huls.
Komt de ruiter tussen ribben

rijdt het paardje weer naar Dogon
terug, door het koren zou je willen,
maar de Schelde heeft geen brug.

donderdag 4 juli 2024

Bloemrijk proza


Jonge sportjournalisten zouden er goed aan doen Jaarboek No. 1 – Topclub Feyenoord, dat verscheen in 1969, te lezen. Als trouw supporter haal ik dat nog wel eens uit de kast . Welk een bloemrijk proza werd er toen toch geschreven. Wat te denken van dit fragment uit het wedstrijdverslag van NAC-Feyenoord (3-1): toen Kindvall 0-1 scoorde ‘leek de Rotterdamse toekomst zo rozerood als de kleur van een bedeesde maagd die plots ten huwelijk wordt gevraagd. Maar te drommel, Feyenoord verzuimde door te drukken, meende op de lauweren te kunnen  rusten, doch zat twee minuten later met de billen op de blaren [….].’ Wat een stilistische souplesse. Feyenoord werd dat seizoen, waarin doelmannen niet zomaar reddingen verrichtten maar snode plannen van de vijandelijke midvoor verijdelden, overigens kampioen.