Met gesloten ogen voor de poëziekast. Welke bundel zal ik er nu weer uit
halen? En welk gedicht zal ik nu zonder te kijken te voorschijn bladeren? Het
blijkt Het onverborgene van Lut de
Block (Arbeiderspers, 2006) waarvan ik bladzijde 56 opsloeg, met daarop Het geheugende:
Wat woorden zich herinneren:
het warme timbre van een stem,de losse lippigheid van een geliefde,
de nagalm van de aarde
in de klankkast van een schoot.
Hoe ze worden uitgemorst in roze oortjes
en hun gangen gaan, versijpelen in
verstild verdriet en verder vloeien
in vervoering. Melancholie is water
waarin verzet sneuvelt. Liefde gebeurt.