Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat
Moulin-rouge van Leopold M. van den Brande (Uitgeverij Orion Desclée De Brouwer, Brugge, 1971), waaruit ik op bladzijde 15
Een brandstapel liefde bouwen 2 opensloeg:
Het laken smeult aan je huid
met het trage ademen van je geslacht
een oester van bloed opent zich
in tranen parels van smart
het oog van gravende vissen
lijkbleek draaf je met sporen
van schaterende kraaien in de bek
doorheen de zwellende stranden
en duinen hun gehelmde geraamten
verzetten geen vinger geen bloed
en ontwapenen
geen licht dooit onder ijs de nacht