Taal is
niet altijd logisch, ik weet dat best. Maar soms knarsen de semantische raderen
wel érg fors. Dat bedacht ik toen ik in een kastje een oud flesje hoestdrank
aantrof. Kijk: een slaappil. Dát is duidelijk. Een pil om te slapen. Maar je
wilt toch geen drankje om van te gaan hoesten, je wilt juist van die hoest áf.
Hetzelfde geldt voor het woord hoofdpijnpoeder. Zouden er mensen zijn die zin
hebben in hoofdpijn, en daartoe een hulpmiddeltje gebruiken?