Aalscholvers (deze exemplaren spotte
ik terwijl ze een blauwe reiger op bezoek hadden), ook wel schollevaar, aalduiker of waterraaf
genoemd, werden in de middeleeuwen, evenals de valken, aan vorstelijke hoven
als huisdier gehouden. De gastheer vermaakte zijn vrienden door de vogels in
speciaal ingerichte vijvers naar vis te laten duiken. Om hen het inslikken van
de buit te beletten deed men eerst een ring om de nek. Als ze genoeg vis hadden
gevangen kregen ze een deel van de buit. Naar het schijnt bestaat deze vorm van
visvangst nog in het Verre Oosten.