Terwijl ik mij met gesloten ogen voor de poëziekast
bevond plukte mijn linkerhand volkomen willekeurig Koningen de gehavende van Wim
Brands te voorschijn. Uit die in 1990 bij Kwadraat verschenen bundel het,
eveneens lukraak opengebladerde, gedicht Boogbrug
(bladzijde 26):
Waarom mag hij niet in
een landschap zonder water?
Zie zijn rug gekromd.
Al eeuwen de angst
dat het tegen de onderbuik komt.
Versteende kater.