Eens in de maand ga ik voor deze rubriek met de ogen dicht voor mijn poëziekast staan om daar een willekeurige bundel uit te nemen. Deze keer is dat Even zweven de levende wezens van Pim te Bokkel (Uitgeverij Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2024), waaruit ik bladzijde 34 met daarop E-pigram opensloeg:
Heerlijk fiets je, vlot, op leeftijd
met een opgeladen batterij – de vaart erin
het jaagpad over, elke dag en altijd
deze weg. Alleen het weer verandert – dat en jij
gaat opgejaagd, met telkens minder tijd
langs het kanaal. Je ziet jezelf
zet aan, beseft het ook, te zijner tijd –
geen mens raakt ooit zijn schaduw kwijt.